Hoe ik per ongeluk een boek schreef

Ik heb een boek geschreven, per ongeluk, echt. Het komt deze zomer uit bij Scelta Publishing. Allemaal dankzij een aantal omstandigheden die ervoor zorgden dat ik ineens een manuscript voor mijn neus had. Hoe dat precies is gegaan? Dat lees je hier.

(Dit stuk gaat niet over het boek Hoe ik per ongeluk een boek schreef van Annet Huizing. Het hoofdpersonage heet stomtoevallig Katinka. Verder houden de gelijkenissen op, hoop ik.)

Dromen van een boek

Vanaf het moment dat ik kon lezen, droomde ik ervan een boek te schrijven. Ik wilde net zulke spannende verhalen maken als Thea Beckmann
en Monica Furlong, Rowling en Tolkien & co. Ergens in een boekenkast liggen vele schriftjes met ideeën. Elke avond als ik in bed lag, verzon ik hele passages, scènes en meer. Helaas was er één probleempje: geen enkel verhaal kwam af. Ik creëerde allerlei personages, een super spannend probleem, maar na de eerste spannende actiescènes kwam ik op een rustig punt en wist ik het niet meer.

Verhalenwedstrijden

Rond mijn zestiende ontdekte ik de Verhalensite, een site waar ik verhalen kon posten en lezen. Hierdoor lukte het me, om eens in de zoveel tijd een kort verhaal áf te maken. Vooral de wedstrijden hielpen daarbij. Daarnaast begon ik aan langere vervolgverhalen, maar ook daar stopte ik na zo’n 70 pagina’s in Word. Ideeën op, writers block, verhaal afgebroken. In die periode ontdekte ik op internet ook andere schrijfwedstrijden voor korte verhalen. Soms deed ik mee, met enkele publicaties in bundels tot gevolg. Maar dat échte manuscript, een boek van a tot z, bleef uit.

Scelta manuscriptenwedstrijd

Mijn droom om een boek te schrijven en uit te geven, lag tijdens mijn studie in de ijskast. M’n bachelorscriptie in 2012 ging over de Mabinogion, een Middeleeuwse verhalencyclus uit Wales. Daarover wilde ik wel een verhaal schrijven. Het idee bleef in mijn hoofd hangen, en een paar jaar later maakte ik daar een begin aan (de werktitel was nog ‘Dochter van Pryderi’). Toen ontdekte ik de manuscriptenwedstrijd van
Scelta Publishing. Meedoen was eenvoudig: je hoefde alleen de eerste 10 pagina’s en een samenvatting van je verhaal in te sturen. Het leek me een goede manier om mezelf te motiveren weer eens een groot verhaal op te pakken, dus ik stuurde die 10 pagina’s en een samenvatting last minute in en… vergat de wedstrijd compleet.Scelta publishing logo uitgever

Oeps… In de top drie

De wedstrijd vergat mij echter niet. Een paar maanden later kreeg ik een mailtje van de organisatie dat ik van alle inzendingen in de top drie zat! Ze waren ontzettend benieuwd naar de rest van mijn manuscript… De rest van mijn manuscript… Juist ja. Oeps. Na die tien pagina’s had ik niet veel meer geschreven. Eigenlijk niks. Toch moest ik binnen een paar maanden met een compleet verhaal komen van tussen de 80.000 en 100.000 woorden. Dus ik deed wat ik veel eerder had moeten doen: ik begon als een idioot te schrijven.

Overal schrijven

Ondertussen was ik op zoek naar een baan, en kon al snel fulltime aan de slag. Vraag me niet hoe, maar ik schreef in de tussentijd aan dat manuscript.  Ik kan me amper wat van die periode herinneren. Ik weet dat ik soms in pauzes in een boekje schreef, en dat ik mijn vriend om zes uur ’s ochtends wakker hield met het gekras van mijn vulpen. De rest is een grote waas, met alleen die brandende deadline in mijn nek. Om vijf minuten voor twaalf uur ’s nachts van de laatste inzenddag, rondde ik het verhaal af. Op één minuut voor twaalf drukte ik op verzenden. Klaar. Ik was moe, kapot en voelde me de grootste sukkel ter wereld.deadline wedstrijd boek schreef

 

Toch zou ik deze blog niet schrijven als het verhaal daarmee ophield. Blijkbaar had ik in die verloren maanden een leesbaar verhaal geschreven. Vorig jaar hoorde ik dat mijn verhaal ‘De vrouwe van Myrdin’ de wedstrijd gewonnen had! Ik had een uitgeefcontract voor mijn eerste, échte, eigen, afgeronde boek. Deze zomer krijg ik het eerste exemplaar in mijn handen, van een boek dat ik per ongeluk schreef.