Afgelopen maandag leverde ik het manuscript van ‘de Vrouwe van Myrdin’ in bij Scelta Publishing. Na twee herschrijfrondes en met hulp van twee redacteuren, hoop ik dat het verhaal nóg beter is geworden. In deze blog lees je hoe het redactie proces van mijn boek is gegaan.
Stap 1: Het schrijven
In eerste instantie schreef ik gewoon. Ik had een hoop verschillende ideeën die zich langzamerhand tijdens het schrijven tot een verhaal vormden. Voor dit boek had ik al snel het begin én het eind in mijn hoofd en een schat aan inspiratie. Zoals je al kon lezen in mijn vorige blog, zat ik met een strakke deadline, dus ik schreef als een idioot. Mijn eerste versie was daardoor ook meteen de versie die ik voor de wedstrijd instuurde. Dit is geen aanrader. Vaak helpt het als je zelf minstens één keer je verhaal doorspit. Ineens zie je dan dingen die je tijdens het schrijven niet opgevallen zijn.
Stap 2: Redactie ronde één
Nadat ik gehoord had, dat ik een contract had gewonnen, danste ik natuurlijk door de kamer. Ik pakte mijn manuscript erbij, wierp er een frisse blik op en besefte dat er veel werk aan de winkel was. Doordat ik mijn verhaal last-minute had geschreven, zaten er nog een hoop schrijffouten en onlogische dingen in. Daarnaast moest ik nog wat hints in het begin van het verhaal droppen, zodat sommige plotwendingen niet compleet uit de lucht vielen. Ook kwam ik erachter dat ik was vergeten om het uiterlijk van mijn personages te omschrijven. Aangezien het wel handig is om te vermelden dat ze niet naakt rondlopen en wat hun haarkleur is, moest ik flink aan de slag. Na deze uitgebreide redactieronde (die een paar maanden duurde), was het tijd voor de volgende stap:
Stap 3: De ongenadige redacteuren
Twee fantastische, ongenadige redacteuren verschenen ten tonele: Carmen Ploeg en Rianne Werring. Zij fileerden mijn tekst op professionele wijze. Ook al werk ik zelf als redacteur en tekstschrijver, dit soort mensen heb je nodig. Wanneer je veel werkt aan een tekst, word je op een gegeven moment blind voor fouten. Vooral bij een tekst van zo’n 80.000 woorden. Na ronde twee was ik best tevreden, maar mijn redacteurs waren genadeloos: onnodige herhalingen moesten eruit, zwakke zinnen gingen op de schop. Daarnaast bleek ik de woordjes ‘maar’ en ‘misschien’ teveel te gebruiken. Ook gaven ze allebei aan dat een bepaald personage meer uitwerking nodig had. Toen ik mijn verhaal terugkreeg met allemaal rode strepen, haalde ik diep adem en ging ervoor.
Stap 4: De laatste redactie
Bij deze stap zijn we nu aanbeland. Ik heb braaf (bijna) alle opmerkingen van mijn redacteuren verwerkt en zwakke punten aangepast. Nu werpt een eindredacteur/persklaarmaker de laatste blik erop. Ondanks het harde werk van mijn redacteuren en het feit dat ik het verhaal ook meerdere keren gelezen heb, kunnen er nog minieme foutjes in zitten, die iedereen ontglipt zijn. En we willen natuurlijk dat het gedrukte boek perfect is. Wanneer hij/zij klaar is, dan krijg ik de tekst terug om de laatste aanpassingen te doen. Daarna zet een opmaker (toevallig ook Carmen) het verhaal in het juiste formaat. De zetproef komt er dan aan en dan krijg ik bij de drukproef de laatste kans om eventuele oneffenheden eruit te filteren. Daarna is het op naar de drukker!
Kortom, voorlopig wacht ik af en hoop ik dat al dit harde (redactie) werk zorgt voor een leesbaar boek in juni.